In valutaparen is de eerste munt is de ‘basisvaluta’ valuta (teller) en de tweede valuta is de ‘prijsvaluta’ valuta (noemer). De grootte van de basisvaluta is altijd één. Daarom drukt de prijsvaluta de hoeveelheid van de tweede valuta uit ten opzichte vantegenover één basisvaluta. In het valutapaar Britse pond sterling / Amerikaanse dollar (GBP/USD), bijvoorbeeld, wordt de waarde van de dollar uitgedrukt in termen van één pond.